Home |Over ons |Agenda |Toernooien |Geschiedenis |Sponsor ons |Links |Contact |Archief |Help |


Nieuws van derden
Schaakproblemen
Fen-code omzetten
Toegankelijke schaakprogrammas
Inloggen
Onze webshop
Privacy reglement

18-08-2015 Toernooiverslag open NK in Dieren

Eind juli heeft ons lid Lucas de Jong meegedaan aan het Open Nederlands Kampioenschap schaken in Dieren.
Hij schreef ierover een uitgebreid, interessant verslag.
Opmerking van de webmaster: In dit verslag komen schaakstellingen voor die in diagramvorm getoond kunnen worden. Klik daartoe in de rechter kolom op het juiste linkje.

Lucas schrijft:

Dit zomertoernooi is één van de sterkste en drukst bezochte toernooien in Nederland en aangezien ik in Nijmegen woon is het voor mij ook gemakkelijk te bereiken. Ik debuteerde in 2012 en sindsdien heb ik elk jaar meegedaan, dus dit was het vierde jaar op rij. De eerste twee jaren speelde ik in reservegroep C (rating maximaal 1650), maar aangezien ik daar het tweede jaar gedeeld tweede werd met 7 uit 9 - waar ik destijds ook verslag van heb gedaan op deze site - besloot ik in 2014 in reservegroep B (rating tot 1850) mee te doen, ook al mocht ik gezien mijn rating nog in groep C spelen. In de B-groep scoorde ik een acceptabele 4 uit 9 en dat was voldoende reden om ook dit jaar voor de B-groep te kiezen. Het doel was 50%, ambitieus maar zeker niet onhaalbaar. Ik reisde samen met clubgenoot Jelmer met de trein. Hieronder een verslag van mijn bevindingen.

In de eerste ronde begon ik (rating 1589) met een zwartpartij tegen Goswin Zeeman (1734). Via het Smith-Morragambiet van het Siciliaans belandden we in een Alapin, waarin Goswin ervoor koos om vrij snel zijn witveldige loper op te geven voor mijn paard op d5. Ik kwam zeker niet slecht uit de opening en kreeg spel met een ver opgerukte vrijpion op d3, maar uiteindelijk ging ik hier niet goed mee om en kwam ik minder te staan. Mijn vrijpion verdween van het bord terwijl een witte soortgenoot op d6 juist sterk werd, maar gelukkig was Wit al vroeg in tijdnood gekomen waardoor hij geen optimale afwikkeling koos. Daardoor bereikte ik een gelijk toreneindspel waarin voor geen van beide partijen iets te halen was: remise.

In de tweede ronde mocht ik aantreden tegen één van de buitenlandse spelers in onze groep, Byrial Jensen (1735) uit Denemarken. Deze combineerde zijn vakantie met het schaaktoernooi in Dieren. Ik hoop niet dat ik de sfeer op zijn vakantie verpest heb, maar ik won de partij wel. In een Schotse partij kwamen we al vrij snel in een eindspel, waarin aanvankelijk zijn loperpaar en mijn pionnenstructuur elkaar aardig uitbalanceerden.


Stelling:
Wit: Kf2, Te1, Ld3, Pe2, pionnen a3 b4 c3 f4 g2 h3;
Zwart: Kg8, Tc8, Ld7, Ld6, pionnen a7 c5 d5 f7 f6 h7


Stelling na 26.Kg1-f2

26...c4?
(Een positionele blunder. Wat zijn idee was met deze zet is mij onduidelijk, in ieder geval geeft het mij twee mooie aanknopingspunten: pion d5 en met name veld d4. In de volgende fase maak ik hier optimaal gebruik van:
27.Lc2 a5 28.Kf3 Lc6?!
(Iets meer kans op behoud biedt 28...Te8 omdat het paard door de penning dan niet direct naar d4 kan komen.)
29.Pd4 Te8 30.Txe8+ Lxe8 31.Pf5
(Dreigt Pe7+ met winst van pion d5 als de loper van de b4-f8-diagonaal weggaat en ruimt veld d4 alvast voor de Witte koning. Bovendien voorkomt het dat de Zwarte koning via g7 aan de strijd gaat deelnemen en is het paard hier bijna onaantastbaar.)
31...Lf8 32.Ke3 axb4 33.axb4 Lc6 34.Kd4
(Ondanks het nu nog gelijke materiaal is deze stelling compleet gewonnen voor Wit. Nu zijn koning op d4 is beland, is het duidelijk dat pion d5 onverdedigbaar is. Wit kan hem nog aanvallen met het paard en desnoods de witveldige loper, terwijl Zwart alleen de witveldige loper heeft om hem te verdedigen.)
34...Lb7 35.Pe3 Ld6 36.g3 Lb8 37.Pxd5

Stelling:
Wit: Kd4, Lc2, Pd5, pionnen b4 c3 f4 g3 h3;
Zwart: Kg8, Lb7, Lb8, pionnen c4 f7 f6 h7



(Alle overige Zwarte pionnen zijn ook zwak en er gaat sowieso al een tweede pion sneuvelen (f6 of c4). Vijf zetten hierna zag mijn tegenstander het hopeloze van de zaak in en gaf op.)

In ronde 3 kreeg ik weer de zwarte stukken en ditmaal zat Henk van den Belt (1732) tegenover me. Hij speelde een onregelmatige opening en ik kwam wederom erg lekker uit de opening, maar ik vond geen plan en kreeg een koningsaanval over me heen. Ik wist echter op de been te blijven en verdedigde goed, terwijl mijn tegenstander zeeën van tijd gebruikte. Op zeker moment speelde hij een mindere zet waar ik van profiteerde door mijn dame op c5 te zetten waarmee zij naar de witte koningsstelling keek. Als ik nog een zet had mogen doen, had ik ook mijn paard in de aanval kunnen betrekken waarna er al allerlei narigheid voor Wit in het verschiet lag, maar gelukkig voor mijn tegenstander kon hij eeuwig schaak geven, wat hij ddan ook maar deed.

Zo stond ik na drie rondes al op 2 uit 3, waar ik erg tevreden mee was. In ronde 4 voltrok zich echter een drama aan mijn bord. Ik speelde met Wit tegen Arnhemmer Albert Marks (1708), die ik al eens eerder in Dieren achter het bord had getroffen en die ik ook regelmatig tegenkom bij zijn club ASV. In de opening was ik te optimistisch en kwam minder te staan, zeker toen ik een simpele blunder maakte die mij een pion kostte. Albert had daar ergens zelfs al min of meer de winst kunnen afdwingen, maar de stelling was erg rommelig en hij koos niet de beste voortzetting, zodat ik mijn pion weer terugkreeg en op mijn beurt een erg gevaarlijke aanval op touw kon zetten. Na opnieuw een misser van Zwart won ik een stuk - ik had zelfs op simpele wijze een toren kunnen winnen - en stond compleet gewonnen. Ik had één probleem: de tijd.


Stelling:
Wit: Kh1, Tf1, Pa4, Pa6, pionnen a2 b3 c2 f4 g3 h3;
Zwart: Kc8, Td5, Pd6, pionnen b4 e6 f7 g7 h5


Stelling na 31.Pc5xDa6

31...Td4 32.P6c5
(Ik wilde mijn paard weer terugbrengen in de strijd, maar met wat meer tijd had ik vast 32.P4c5 gespeeld om te vervolgen met Pd3 en Paxb4.)
32...Td2 33.Tc1 Pf5
(Zwart blijft het handig en actief spelen. Wit moet allemaal gedwongen zetten doen.)
34.Pe4 Te2 35.Pac5 Pd4 36.Td1??
(En met nog een minuut voor vijf zetten maakt Wit dan de fout waar Zwart op wachtte. Correct was nog altijd 36.Tf1, waarna weliswaar pion c2 valt maar de stelling met een stuk meer nog altijd gewonnen moet zijn voor Wit. Ik overzag echter dat wit naast c2 slaan nog een andere dreiging had...)
36...Pf3
(En nu dreigt er mat op h2 en moet Wit een toren geven om dat te voorkomen.)
37.Td2 Pxd2 38.Pxd2 Txd2 39.Pd3 Txc2 40.Pxb4


Stelling:
Wit: Kh1, Pb4, pionnen a2 b3 f4 g3 h3;
Zwart: Kc8, Tc2, pionnen e6 f7 g7 h5



(Dat zelfs dit nog niet helemaal triviaal is, geeft wel aan hoe gewonnen Wit net stond. Zwart speelde het echter goed uit door zijn koning naar mijn paard toe te spelen, waarna dat moest wijken en mijn damevleugelpionnen eraan gingen. Mijn koning was te passief en mijn koningsvleugelpionnen te zwak om daar iets tegen te kunnen doen en zo verloor ik de partij.)

Mijn vijfde tegenstander was Ferry Weverling (1719) en ik mocht met Zwart spelen. Ferry begon erg aanvallend aan de partij en mijn 13e zet was onhandig, zodat Wit met een paar krachtzetten mij zwaar onder druk kon zetten. Als ik in deze fase een kwaliteit had geofferd was ik nog aardig op de been gebleven en had ik zelfs tegenspel gehad, maar ik onderschatte het gevaar en kwam op die manier een pion achter waarbij Wit ook nog eens beschikte over een loperpaar, met vooral een erg sterke witveldige loper op f5. Gelukkig speelde hij het vervolg niet handig zodat ik mij terug kon knokken in de partij. Rond de 30e zet speelde ik echter veel te snel en beging een nieuwe onnauwkeurigheid, die mij in een eindspel met een pion achter deed belanden. Gezien de ongelijke lopers leek het binnen de remisemarge, maar zo simpel was het niet en ik werd eigenlijk moeiteloos uitgeteld door mijn tegenstander, zonder dat ik zelf een echte fout beging. Zo stond ik voor het eerst dit toernooi onder de 50%.
Ook in ronde 6 trof ik weer een sterke tegenstander, namelijk Paul Neering (1725). In een Aljechin offerde mijn tegenstander met Zwart een pion, maar dat was niet echt correct zodat ik eigenlijk probleemloos een voordeel kreeg. Ik had met rustig spel op mijn voordeel kunnen gaan zitten, maar wilde te veel en besloot mijn pion terug te offeren om zijn dame te kunnen opjagen. Dit bleek echter vies tegen te vallen zodat mijn stelling niet meer beter was, maar ook mijn tegenstander compliceerde de stelling te veel en gaf mij nieuwe kansen op de winst. Die waren echter niet aan mij besteed en omdat de partij mij al redelijk veel tijd had gekost, maakte ik op zet 27 een blunder door gratis een paard cadeau te doen aan mijn tegenstander. Deze nam het geschenk danbaar aan en aangezien Sinterklaas nog lang op zich laat wachten, besloot ik maar even zijn rol over te nemen door ook nog een loper in de aanbieding te doen. Ik speelde nog wat zetjes door voor de vorm, maar uiteraard was het compleet hopeloos en dus gaf ik er op zet 32 de brui aan.

Dat was nu niet bepaald een middengedeelte waar ik op had gehoopt en mijn doelstelling van 50% was ineens ver weg. Gelukkig trof ik in ronde 7 eindelijk een op rating iets zwakkere tegenstander, Jan Ero (1578). Wel moest ik met Zwart spelen, maar dat bleek geen enkel probleem aangezien mijn tegenstander een bijzonder vreemde opzet koos in een Nimzo-Indische partij. Ik kkoos al snel de aanval, maar was nog niet volledig ontwikkeld zodat ook mijn tegenstander wat aanvallende zetjes kon doen. Hij kon zo dames ruilen en de resulterende stelling schatte ik veel te pessimistisch in, want ik dacht dat het ongeveer gelijk was terwijl de computer mij een flink voordeel gaf. Mijn beslissing om af te ruilen naar een gelijk eindspel was dan ook niet de juiste. In dit eindspel had mijn tegenstander een geïsoleerde pion op d4 en later d5, maar dit was wel een vrijpion. Echter kwam hij wel in tijdnood.


Stelling:
Wit: Kf2, Td1, Td4, Pe3, pionnen a3 b2 d5 g2 h2;
Zwart: Kf7, Td6, Te5, Lf5, pionnen a6 b5 c4 g7 h7


Stelling na 30...Kg8-f7

31.Pxf5?!
(Een dubieuze beslissing. In het dubbeltoreneindspel staat Zwart beter omdat zijn torens actiever zijn.)
31...Txf5+ 32.Ke3 Te5+ 33.Kf2?!
(Wits stelling is al onaangenaam, maar dit is ook niet de handigste zet. Beter is 33.Kf4 maar Zwart kan wel binnenkomen op e2.)
33...Tf6+ 34.Kg1?
(Dit verliest. 34.Kg3 is beter maar dan heeft Wit het na 34...Tg5+ 35.Tg4 Txg4+ 36.Kxg4 Tf2 ook zwaar aangezien er sowieso al een pion sneuvelt.)
34...Ke7 35.d6+ Kd7 36.Td5?! Txd5 37.Txd5 Txd6
(De pion is van het bord en hierna is het niet moeilijk meer.)
38.Tg5 Ke6 39.Tf3 Td2 40.b3 Kd5 41.bxc4+ bxc4 42.Tf7?! c3


Stelling:
Wit: Kg1, Tf3, pionnen a3 g2 h2;
Zwart: Kd5, Td2, pionnen a7 c3 g7 h7



(De pion is niet meer te stoppen. Drie zetten later hield Wit het voor gezien.)

In ronde 8 had ik Wit tegen Frans Lagerwaard (1732). Dit bleek mijn eerste partij van minder dan drie uur te worden en dat had ik te danken aan een grote blunder van mijn tegenstander. Op zet 20 ging hij in een iets betere stelling voor mij namelijk de fout in door zijn toren op g6 neer te zetten, in de veronderstelling dat deze gedekt was door zijn f-pion. Ik mocht de toren echter gewoon slaan met mijn dame, omdat zijn pion gepend stond op de koning op g8. De rest geloofde mijn tegenstander wel en hij besloot dus meteen op te geven, zodat ik weer terug was in de middenmoot met 50%.
Mijn laatste tegenstander was ook de sterkste: Harry Wubs (1794). Dit beloofde dus sowieso een lastige partij te worden, maar ik maakte het mezelf wel erg moeilijk door ook nog eens een belabberde opening te spelen. Nadat ik op zet 9 bovendien compleet overzag dat mijn h7-pion instond was er al geen redden meer aan en dus besloot ik op zet 12 om sportief mat toe te laten door een loperoffer van hem aan te nemen. Ook deze partij was in een uur tijd klaar, zodat mijn laatste twee partijen samen minder tijd hadden gekost dan de eerste zeven individueel.

Ondanks dat ik vier keer verloor en met een bittere nasmaak het toernooi afsloot, kijk ik niet ontevreden terug. In een aantal partijen heb ik goed schaak laten zien en volgens mij kan ik aardig meekomen met de 1700-spelers, wat ik van tevoren ook hoopte. Mijn doelstelling heb ik dan wel net niet gehaald, maar ik heb toch een leuk toernooi gehad en interessante partijen gespeeld. Van de NSVG deed verder ook Jan Boer mee, die deed het helaas minder en scoorde zijn enige punt door een bye in ronde 6. Onze sympathisant Marieke de Lange was succesvoller, want zij versloeg in ronde 1 een speler met meer dan 1550 ratingpunten zodat haar toernooi al meteen niet meer stuk kon, ook al scoorde ze in de overige vijf partijen nog maar een halfje. Het open toernooi werd gewonnen door GM Dimitri Reinderman met 7 uit 9, die op weerstandspunten GM Viacheslav Ikonnikov onder zich hield. In mijn groep eindigden eveneens twee spelers op 7 uit 9 bovenaan: Etien Alssema (1838) en Rob van Dongen (1783). Het was weer een geslaagd zomertoernooi en ik ben zeker van plan volgend jaar weer deel te nemen.

Lucas de Jong


terug naar begin van de pagina
Terug naar de nieuwspagina

Einde pagina

     
 
   
 
 

Laat de tekst voorlezen met ReadSpeaker
 

Wijzig weergave van schaakstellingen
Toon als diagram
Toon in woorden
Toon in korte notatie