Home |Over ons |Agenda |Toernooien |Geschiedenis |Sponsor ons |Links |Contact |Archief |Help |


Nieuws van derden
Schaakproblemen
Fen-code omzetten
Toegankelijke schaakprogrammas
Inloggen
Onze webshop
Privacy reglement

HET KONINGSTEGENGAMBIET


LEON PLIESTER

Bij dit systeem volgt de zwarte speler min of meer eenzelfde strategie als zijn opponent: het offeren van een pion voor vrijer stukkenspel. Zwart kan dit op twee verschillende manieren realiseren: door met 3. ..., c7-c6 pion d5 tot ruil te dwingen, of zich met 3. ..., e5-e4 ruimtelijk overwicht trachten te verwerven.
In het eerste geval komen we terecht in het "Nimzowitsch-tegengambiet" en in het tweede geval spreken we van het "Falk-beer's tegengambiet". Beide systemen beschouwen we als onderdeel van het "Konings-tegengambiet".
1. e4 e5 2. f4 d5
De kenmerkende zet voor het konings-tegengambiet. Zwart is niet van plan de witte aanval over zich heen te laten komen en probeert zelf het initiatief naar zich toe te trekken.
3. exd5
De zet 3. ..., Dxd5 zondigt tegen de regel dat de dame niet te vroeg in het spel gebracht dient te worden en het waarom achter deze uitspraak wordt duidelijk na 4. Pc3 De6 5. fxe5 Dxe5 6. Le2 Lg4 7. d4 en wit heeft al enige tempo gewonnen. De zet 3. ..., exf4 leidt na 4. Pf3 tot de moderne variant, die in een ander artikel behandeld zal worden. Rest zwart twee belangrijke mogelijkheden:
Variant A: 3. ..., c6: Het Nimzowitsch-tegengambiet.
Variant B: 3. ..., e4: Het Falk-beer's-tegengambiet.

Variant A Het Nimzowitsch-tegengambiet.
3. ..., c6
Zwart keert de rollen om: nu is hij degene die het gambiet speelt. De theoretici zijn het erover eens dat op c6 slaan leidt tot een gevaarlijk zwart initiatief. Pion e5 is natuurlijk taboe vanwege het dameschaak op h4, behalve de tekstzet is echter 4. Pf3!? te proberen: 4. ..., e4 5. Pe5 xcd5 6. Lb5+ met onduidelijke, nog niet beproefde mogelijkheden.
4. Pc3 exf4
De logische reactie, aangezien 4. ..., cxd5 5. fxe5 d4 6. Pe4 Dd5 7. Ld3!? Pc6 8. De2 wit in het voordeel brengt. De stelling krijgt nu het karakter van de moderne variant (2. ..., exf4 3. Pf3 d5).
5. Pf3 Ld6
De encyclopedie geeft als hoofdvariant: 5. ..., Pf6 6. d4 Ld6 7. De2+ De7 8. Dxe7+ Kxe7, maar nu is 9. Lc4! goed voor wit: bijvoorbeeld 9. ..., Lf5 10. 0-0 Lxc2 11. Te1+ Kf8 12. dxc6 Pxc6 13. Pb5 Lb8 14. Pe5.
6. Lc4 Pe7
Na 6. ..., Pf6 7. De2+ De7 8. Dxe7+ Kxe7 9. d4 zijn we met zetverwisseling terechtgekomen in de bovenstaande variant.
7. dxc6
Of 7. 0-0 0-0 8. dxc6 Pxc6 9. Pe4 Lb8 10. d4 en wit beschikt over de gezondere pionnenformatie en zijn aanvalskansen zijn reëler (c3, Pfg5, Dh5).
7. ..., Pbxc6 8. d4 0-0 9. 0-0 Lg4 10. Pe4 Lc7 11. c3 Pd5 12. Pc5 Tb8 13. De1 Te8 14. Dh4 Dxh4 15. Pxh4 Pe3 16. Lxe3 Txe3 17. Tae1 Txe1 18. Txe1 g5
19. h3! Lh5 20. Pf5 met groot voordeel voor wit. Deze lange zettenreeks is natuurlijk niet gedwongen, maar hij geeft goed weer waar de witte kansen liggen. Dit bleek zeer recentelijk in de laatste olympiade toen met wit spelende Miquel Illesch niemand minder dan de gevreesde John Nunn in het zand deed bijten, dit tot groot genoegen van de Russen, die hierdoor aangeland net een halfje voor ...even. (zie SN 87.1, blz. 5).
Variant B Het Falkbeer's-tegengambiet
3. ..., e4
Dit is het oorspronkelijke idee achter het Falkbeer's tegengambiet: zwart offert tijdelijk een pion in ruil voor vrije stukkenspel. Dit systeem was jarenlang erg populair, maar vandaag de dag gelooft men over het juiste tegengif te beschikken. Wit kan zich verzekeren van 't betere spel door onmiddellijk de lastige indringer onschadelijk te maken.
4. d3
Zwart kan nu besluiten tot Variant B1: 4. ..., Dxd5
Variant B2: 4. ..., Pf6
Zwakker is 4. ..., exd3 5. Dxd3 Pf6 6. Pc3 (of 6. c4) 6. ..., Le7 7. Pf3? 0-0 8. Le3 en het is niet te zien wat het pionoffer zwart nou heeft opgeleverd.

Variant B1
4. ..., Dxd5 5. De2 Pf6
Indien zwart nu kiest voor 5. ..., f5 komt wit in het voordeel met 6. Pb8? Lb4 7. Ld2 Lxc3 8. Lxc3 Pf6 9. dxe4 Dxe4 10. Dxe4 fxe4 11. ...4 met het oog op zijn sterk loperpaar.
6. Pd2 Lg4
Na 6. ..., Lf5 7. dxe4 Pxe4?? 8. g4! wint wit een stuk, na 7. ..., Lxe4? 8. g4! Le7 9. Pxe4 Dxe4 10. .g2 Dxe2 11. Pxe2 c6 12. g5 kan wit zich beroepen op zijn loperpaar en ruimtelijk overwicht.
7. Pf3 Lxf3
Een andere mogelijkheid is 7. ..., Pc6 8. dxe4 Dh5 9. Db5 0-0-0 10. Dxh5 Pxh5 11. Pc4 Pb4 en dankzij de paardvork op e5 (valt d3, g4 en f7 aan) kan wit hier Ld3 spelen, onder handhaving van zijn pluspion.
8. gxf3 e3 9. Pe4! Le7 10. Lxe3
Zo wint wit een pion terwijl hij zijn ontwikkeling zo economisch mogelijk voltooit. Het vervolg zou kunnen zijn: 10. ..., Ph5 11. Pc3 Df5 12. 0-0-0 Pxf4 13. Dd2 Pd5 14. Lh3! waarna er sprake is van voordeeltransformatie. Wit heeft het voordeel van het bezit van een pluspion omgeruild voor een ontwikkelingsvoorspron. Men moet zich nooit op een strategisch of tactisch kenmerk blind staren, maar oog hebben voor de dynamiek van de schaakstrijd.

Variant B2
4. ..., Pf6 5. dxe4 Pxe4 6. Pf3 Lc5
De gebruikelijke voortzetting. De witspeler heeft de lastige zwarte pion op e4 onschadelijk gemaakt, maar nu poogt zwart druk uit te oefenen over de verzwakte velden in de stelling van de tegenstander. Minder logisch zijn derhalve voortzettingen als 6. ..., Lg4 7. Ld3 f5 8. De2 Dxd5 9. Pbd2 of 6. ..., Lf5 7. Le3 c6 8. Lc4. Een zeer recent voorbeeld ging verder met 6. ..., c6 7. Ld3 Pf6 8. dxc6 Pxc6 9. Pc3 Le7 10. 0-0 0-0 en wit stond een gezonde pion voor in Illescas-Magan, Holon 1986/87.
7. De2 Lf5
Behalve de tekstzet heeft zwart de keus uit een hoop kwaden, te weten:
- 7. ..., Lf2+ 8. Kd1 Dxd5+ 9. Pfd2 f5 10. Pc3 met pionwinst (Reti-breyer, Boedapest 1917).
- 7. ..., 0-0? 8. Le3 Dxd5 9. Lxc5 Dxc5 10. Pc3 0-0 11. Pxe4 fxe4 12. Dc4+! Dxc4 13. Lxc4+ Kh8 14. Pe5 zijn duidelijk beter voor wit.
- 7. ..., De7? is een slechte versie van de tekstvariant. Na 8. Le3! Pc3? 9. Pxc3 Lxe3 10. d6! benevens 11. Pd5 of 8. ..., Pg3?! 9. hxg3 Lxe3 10. Pc3 met de dreiging 11. d6 behoudt wit een materiële voorsprong.
8. Pc3 De7 9. Le3 Lxe3

Het alternatief is 9. ..., Pxc3 10. Lxc5 Pxe2 11. Lxe7 Pxf4 12. La3 Pd7 13. 0-0-0 Le4 (want na 13. ..., 0-0-0?? 14. Td4 Pg6 15. g4 wint wit een stuk)14. Pg5! Lxd5 15. g3!! Lxh1 16. gxf4 c5 17. Lc4 Lc6 18. Pxf7 en wit had een winnende aanval in handen in de partij Bronstein-Tal, USSR 1968.
10. Dxe3 Pxc3 11. Dxe7+ Kxe7 12. bxc3 Le4
Eveneens onvoldoende voor gelijk spel is 12. ..., Lxc2 13. Kd2, bijvoorbeeld 13. ..., Lg6 14. Te1 Kd8 15. Pd4, Whitecroft-Keres, Margate 1939, waarin de zwarte loper opgesloten dreigt te worden.
De theorie gaat hier verder met: 13. Pg5 Lxd5 14. 0-0-0 Lxa2 15. c4 b5 16. Kb2 Lxc4 17. Lxc4 bxc4 18. Th1+ Kf6 19. Td4 en wit beschikt in ruil voor de geofferde pionnen over een actief stukkenspel. Mijns inziens echter is 13. 0-0-0 minstens even sterk.
De dreiging is natuurlijk 14. Te1. Na 13. ..., Te8 komt wit in het voordeel met 14. Lb5 c6 15. The1+ en na 13. ..., Lxf3 14. gxf3 betwijfel ik of de gehavende witte pionnenstructuur een factor van betekenis is. Vooralsnog kan zwart niet in de buurt komen en dat zou erop neerkomen dat hij gewoon een pion achter staat.

Slotconclusie
In het Nimzowitsch-tegengambiet beschikt wit vaak over de betere pionnenformatie, aangezien zwart is opgescheept met een dubbele F-pion. Eindspelen in derhalve gunstig voor wit. Maar ook midden spelen, omdat zijn stukken in het centrum erg actief zijn en weldra dreigingen op de koningsvleugel kunnen creëren. Zetverwisselingen naar de moderne variant dienen echter in de gaten gehouden te worden.
Het Falkbeer's tegengambiet staan in het teken van de strijd om punt e4. In variant B1 geeft zwart het loperpaar op om de druk op e4 te verlichten. In dit type open stellingen is dit een factor van betekenis. In ons voorbeeldje slaagt zwart er uiteindelijk in zijn pion terug te winnen, maar blijft zitten met een enorme achterstand in de ontwikkeling. Kiest zwart voor variant B2, dan volgt wit een consequente strategie, namelijk indringers op e4 verdrijven. In het resterende eindspel staat hij een pion voor, maar agressieve geesten zullen wellicht ertoe besluiten dit voordeel om te zetten in een actief stukkenspel en aanvalskansen tegen de centrale zwarte koning. Volgens de huidige stand van zaken komt wit in het koningstegengambiet met de beste kansen uit de strijd.

"Mag ik nog effe de groeten doen?" zeggen ze altijd op de radio. Die gaan dan naar Frits Esser uit Kerkrade omdat hij mij een foto toezond van 10 jaar geleden waarop ik in strijd was gewikkeld met de inmiddels overleden grootmeester 'O Kelly. Een aardige geste!

Onderwerpen in de rubriek: Openingen


Klik op 1 van onderstaande onderwerpen
Koningstegengambiet
aljechin verdediging met 4 c5
gambiet1 - evansgambiet
gambiet2 - blackmar diemergambiet
gambiet3 - budapester gambiet
gambiet4 - het albin's tegengambiet
gambiet5 - janisch gambiet
gambiet6 - staunton gambiet
kibitz171
kibitz172
kibitz182
morra gambiet.TXT
schaken frankenstein draak lane156
schots
van Duin gambiet
van geet1
van geet2
van geet3
van geet4
Openingentheorie op chesscafe
Openingsvalletjes

Rubrieken in de hoofdrubriek Schaaktheorie: openingen en eindspelen

Klik op 1 van onderstaande rubrieken
Eindspelen
Openingen

Overzicht van hoofdrubrieken

Klik op 1 van onderstaande hoofdrubrieken om de rubrieken in die hoofdrubriek te zien:

Open schaaktoernooien voor vips
Niet ingedeelde rubrieken
Geschikt/aangepast schaakmateriaal, software, boeken
Niet open schaaktoernooien voor vips
Schaaktheorie: openingen en eindspelen
info over de NSVG
Alle rubrieken


terug naar begin van de pagina
Terug naar de nieuwspagina

Einde pagina

     
 
   
 
 

Laat de tekst voorlezen met ReadSpeaker
 

Wijzig weergave van schaakstellingen
Toon als diagram
Toon in woorden
Toon in korte notatie