Home |Over ons |Agenda |Toernooien |Geschiedenis |Sponsor ons |Links |Contact |Archief |Help |


Nieuws van derden
Schaakproblemen
Fen-code omzetten
Toegankelijke schaakprogrammas
Inloggen
Onze webshop
Privacy reglement

OUDE EN NIEUWE WEGEN IN HET VAN DUIJN-GAMBIET


Toen ik op school zat en leerde schaken, voelde ik mij zeer geraakt door het opschuiven van de zwarte dameloperpion als ik de oude openingszet e2-e4 speelde. Die verhinderde dat ik tot de opbouw van een sterk centrum kwam, zoals in de boekjes van Euwe werd voorge-schreven.

Om het spook op c5 onschadelijk te maken, keek ik uit naar een ruil tegen de witte b-pion of zelfs de opoffering van die soldaat: om hoe dan ook het mooie veld met een eigen onkwets¬bare pion te kunnen bezetten. Ik had een vriendje, Mickey Rosenthal, met wie ik de opening eindeloos uitprobeerde in ettelijke kampioenschappen van het Haags Montessori Lyceum. Hij was een leerling van Nimzowitsch en vond de bezetting van het centrum minder belangrijk dan ik, die de "Drei¬hundert Schachpartien" van Tarrasch als m'n leerboek Duits behandel¬de. Hij hield dus minstens zo hardnekkig vol als ik. De partijen heb ik niet altijd bewaard, maar wel onthouden; en ze zijn in de loop van de tijd de basis gebleven voor een nieuwe schaak¬opening, die waar¬schijnlijk pas in de eenentwintigste eeuw in zwang zal raken.
Omdat het veel bekendere flankgambiet, dat ontstaat als wit op de tweede zet zijn damepaardpion twee velden opspeelt, niet voldoet aangezien zwart na het slaan op b4 en 3.a3 heel goed 3... d5! kan spelen kwam ik op het idee om op de tweede zet meteen het ogenschijn¬lijk bescheiden zetje a2-a3 te spelen. Op de derde zet wordt dan pion b4 alsnog geofferd - of niet natuurlijk. Dat laatste kan onder omstandigheden de tegenstan¬der nog meer verwarren.
Laat ik beginnen met de hoofdvariant van het aangenomen gam¬biet zoals de arme Mickey dat over zich heen heeft moeten laten komen.

Van Duijn-Rosenthal
1. e4 c5 2. a3 Pc6 3. b4 cxb4 4. axb4 Pxb4 5. c3 Pc6 6. d4 d5 7. exd5 Dxd5 8. Pf3 Lg4 9. Pbd2 e5 10. Lc4 Lxf3.
En nu komt wit in een puike aanvalsstelling terecht als hij niet lelijk met de g-pion terugneemt op f3, maar 11. Db3 speelt. Er volgt dan 11... Dd7 12. Pf3 ed4 13. 0-0 en zwart kan zich amper meer redden. Het is daarom voorzichtiger om in plaats van 9... e5, deze pion maar één veld op te spelen, om de diagonaal a2-g8 gesloten te houden.
Er volgt dan: 10. Lc4 Dd7 11. Db3 en nu kan 11... Pf6 niet goed wegens 12. Pe5 en zwart kan niet ruilen op e5 wegens de dreiging 13. Lb5. En na 11... Ld6 speelt wit 12. Lb5 met de dreiging 13. c4 eb 14. d5. Zie hoe de fraaie positie van de toren op a1 het zwart onmogelijk maakt snel de loper op b5 te verdrijven!
Wit houdt dus een stevig initiatief, waar ik nog op terugkom.
Max Pam speelde in vluggertjes een paar keer in plaats van 8... Lg4 meteen 8... e6. Verrassend, maar wit heeft drie manieren om het heft in handen te houden:
a) 9. Ld3 en daarna 10. 0-0 en 11. c4
b) 9. c4 Lb4 10. Ld2 en
c) 9. Pbd2 Pf6 10. Lc4 Dd8 11. 0-0

Een andere methode om op het gambiet in te gaan is het door Michey R. ook al vaak geprobeerde 2... e6, dat het voordeel belooft de konings-vleugel snel te ontwikkelen. Ook dan is echter een gedrukte stelling, het gevolg van wits triomfante¬lijke centrumbezetting, moeilijk te vermijden.
Ziehier een partij met Albert Blees (zwart)

Van Duijn - Blees:
1. e4 c5 2. a3 e6 3. b4 exb4 4. axb4 Lxb4 5. c3 Le7 6. d4 Pf6 7. Ld3 0-0 8. f4 d6 9. Pf3 Pc6 10. 0-0 Dc7 11. Pbd2 e5 12. d5 Pa5
En nu heeft wit de aangename keus tussen twee pracht varian¬ten, waarvan de een begint met 13. fxe5 dxe5 14. Pxe5 en de ander met 13. Txa5 Dxa5 14. fxe5 dxe5 15. Pc4
Ook mijn buurman Aart van den Brink, een van de spelers van Water-graafsmeer kreeg herhaaldelijk de gelegenheid zich te bezinnen op de beste verdediging. Wanneer hij, op de rustige zondagmiddagen in het lome Gaasperdam, koos voor de aanname van het gambiet met 2... e6 ontstond het volgende beeld.

Van Duijn - Van den Brink
1. e4 c5 2. a3 e6 3. b4 cxb4 4. axb4 Lxb4 5. c3 Le7 6. d4 d6 7. Ld3 Dc7 8. f4 Pf6 9. Pf3 Pbd7 10. 0-0 e5
Nu speelt wit zijn dame naar g3, via 11. De1 en na de pion-
ze¬tjes h3-g4, om vervolgens als een wals naar voren te ko¬men. Hoe elegant en moeiteloos beschermt het damevleugelpaard van wit de basis van zijn stelling, de pion op c3.
Mickey speelde zijn loper op de vijfde zet wel eens terug naar f8, om Pe7 en g6-Lg7 mogelijk te maken.
De loper op de vijfde zet van zwart terughalen naar f8 is te doen. Hier een van de vluggertjes van Hans Ree.

Van Duijn - Ree
1. e4 c5 2. a3 e6 3. b4 cxb4 4. axb4 Lxb4 5. c3 Lf8 6. d4 d5 7. e5 f5 8. g4 Pe7 9. Ph3 Pbc6 10. Ld3 Db6 11. Pf4 Ld7 12. gxf5 exf5 13. e6 Lc8 14. 0-0 g6
En nu had eenvoudig 15. Te1 tot een overwegende stelling geleid (15. Pbd2 Lh6! viel tegen).

Het is ook mogelijk de opmars 3. b4 ogenschijnlijk te hinde¬ren, maar als puntje bij paaltje komt hem het offer te weige¬ren. Zo deed Blees het in 1993 tegen me in café 'De Jaren':

Van Duijn - Blees
1. e4 c5 2. a3 Pc6 3. b4 cxb4 4. axb4 d5 5. b5 Pb8 6. e5 d4 7. Lc4 Dc7 8. De2
Maar nu is de zwarte pion d4 zwak in plaats van sterk, terwijl wit het volle voordeel van de open a-lijn heeft zonder mate¬rieel nadeel.

Mickey deed het in dit genre beter. Hij speelde 1. e4 c5 2. a3 e6 3. b4 cxb4 4. axb4 d5 5. e5 d4 en nu kan wit kiezen de gambietpion alsnog te offeren, maar dan met moeizame compensa¬tie, of hem met 6. b5 te behouden en een ongebaande jungle in te gaan. Dat laatste lokt me trouwens wel. Typisch is de stelling die ontstaat na:

Van Duijn - Rosenthal
1. e4 c5 2. a3 e6 3. b4 cxb4 4. axb4 Lxb4 5. c3 Le7 6. d4 d5 7. e5
Mickey kreeg dat op een bootreis naar Londen, die we blind en onaan-raakbaar spelend maakten en ik herinner me zijn kokhalzen toen Dover in zicht kwam. 'Zeeziek' dacht onze school, maar nee, hij was op de koningsvleugel klem gezet. Ik herinner me dat het paard op b1 bijzon-der uitgerust aan land ging, want ook nu had het zijn taak volbracht zonder er een poot voor hoeven te verzetten.

In het verrassend goed geďnformeerde tijdschrift "Der Rand¬springer" kwam ik twee oeroude partijen van mezelf tegen. Ze zijn op mijn jongenskamer, bij opengeslagen balkondeuren - want dat was de voor¬waarde die mijn moeder stelde bij dat mooie zomerweer - gespeeld. Henk Happel en ik speelden 24 partijen, die zomer van '59, terwijl de buurvrouw van de achterzijde door de tuinen Chopins Nocturnes, bij ons binnen ruisen liet. "Fide-Meister Henk Happel ist noch heute ein hervorragende Persönlichkeit in Haager Schachleben", lees ik tot mijn vreugde. Wij eindigden op 12-12 en de beslissende partij moet dus nog altijd gespeeld worden.
Deze is van 31 juli.

Van Duijn - Happel
1. e4 c5 2. a3 e6 3. b4 cxb4 4. d4 d5 5. e5 Pc6 6. axb4 Lb4 7. c3 Le7 8. Dg4

Een snelle uitval van een zestienjarige. Juist Nimzowitsch zou deze zet misschien ook gedaan hebben (Randspringer wijst op 1. e4 e6 2. d4 d5 3. e5 c5 4. Dg4 met Nimzowitsch commentaar: "Es ist nicht jeder-manns Sache, einen Bauern herzugeben, um hin¬terher ... nicht auf Angriff zu spielen")

8.... Kf8
Beter dan 8.... g6, omdat het wit minder aanvalspunten laat.
9. Ld3 a6 10. Pf3 Tb8!
Uitstekend. Zwart mikt zo snel mogelijk op pion c3, de basis van wits stelling.
11. Lf4
Tijdverlies.
11... b5 12. h4 h5 13. Dh3
Randspringer constateert nu terecht dat 13. Dg3 en 14. 0-0 beter was geweest. Ik verloor dit nummer. Maar als ik nu niet 11. Lf4? gespeeld had, maar 11. h4 b5 12. h5 b4 13. Th3 (13... bxc3? 14. Tg3) Dan had ik het eerst gemaald.
De volgende partij is een vorm van weigering, in combinatie met de quasi-aanvaarding van het gambiet met 2... Pc6. Happel had natuurlijk weer zwart.

Van Duijn - Happel
1.e4 c5 2. a3 Pc6 3. b4 b6
Een bruikbare weigeringsvariant. Ik speelde inconsequent:
4. Pf3 Lb7 5. Lc4 e6 6. 0-0 Pge7 7. Lb2 Pg6 8. d4
Die laatste zet is een capitulatie, want na zoveel moeite wordt dan toch nog de d-pion te ruil aangeboden, waarna a3-b4 eigenlijk alleen nog als verzwakking van de dame-vleugel overblijft. Hoe kon ik dit doen? Het zal liefdesverdriet geweest zijn. Beter is meteen met 4. b5 Pe5 5. f4 Pg6 6. d3 het paard te verjagen. Wit houdt dan vooruitzich-ten op de koningsvleugel. Happel is er goed vanaf gekomen. Ik zie hem nog het sleuteltje van zijn fiets - rustend tegen onze ligus¬terheg - steken en fluitend opstappen.

Uit: Schaaknieuws 31, 1994
Door: Roel van Duijn

Onderwerpen in de rubriek: Openingen


Klik op 1 van onderstaande onderwerpen
Koningstegengambiet
aljechin verdediging met 4 c5
gambiet1 - evansgambiet
gambiet2 - blackmar diemergambiet
gambiet3 - budapester gambiet
gambiet4 - het albin's tegengambiet
gambiet5 - janisch gambiet
gambiet6 - staunton gambiet
kibitz171
kibitz172
kibitz182
morra gambiet.TXT
schaken frankenstein draak lane156
schots
van Duin gambiet
van geet1
van geet2
van geet3
van geet4
Openingentheorie op chesscafe
Openingsvalletjes

Rubrieken in de hoofdrubriek Schaaktheorie: openingen en eindspelen

Klik op 1 van onderstaande rubrieken
Eindspelen
Openingen

Overzicht van hoofdrubrieken

Klik op 1 van onderstaande hoofdrubrieken om de rubrieken in die hoofdrubriek te zien:

Open schaaktoernooien voor vips
Niet ingedeelde rubrieken
Geschikt/aangepast schaakmateriaal, software, boeken
Niet open schaaktoernooien voor vips
Schaaktheorie: openingen en eindspelen
info over de NSVG
Alle rubrieken


terug naar begin van de pagina
Terug naar de nieuwspagina

Einde pagina

     
 
   
 
 

Laat de tekst voorlezen met ReadSpeaker
 

Wijzig weergave van schaakstellingen
Toon als diagram
Toon in woorden
Toon in korte notatie