Info ONK2024 (Nederlands) Info ONK2024 (English) Deelnemers ONK2024 Nieuws van derden Schaakproblemen Fen-code omzetten Toegankelijke schaakprogrammas Inloggen Onze webshop Privacy reglement
|
01-03-2011 Arbiter met voelsprieten voor de schaakregelsHij is er elke editie van het ONK van de NSVG bij geweest, al valt hij niet op. En dat is ook de bedoeling, zegt hij zelf. “Want een toernooi verloopt goed als je de arbiter zo weinig mogelijk ziet.” Gerard de Lange is bij de NSVG die arbiter. En als het aan hem ligt blijft het daar niet bij. Gerard timmert stevig aan de weg in het scheidsrechterswereldje en heeft de ambitie om internationaal arbiter te worden. Een jaar of vier, vijf geleden begon de arbiterscarrière van Gerard de Lange. “Ik kwam tot de conclusie dat ik als schaker nooit grootmeester zou worden”, vertelt hij met een lach. “En toen dacht ik dat het me misschien wel zou lukken om als arbiter op te klimmen.” Voor schaakscheidsrechters zijn in Nederland drie niveaus: A, B en C. A en C zijn theoriecursussen, in B draait het om de praktijk. Gerard doorliep ze alle drie. Daarnaast is er nog de cursus indelingsdeskundige (A en B), die ook nodig is om het tot nationaal (en daarna eventueel internationaal) arbiter te schoppen. Dat laatste diploma, waarin je onder andere leert om de indeling voor een toernooi te maken zonder hulp van de computer , is de laatste stap die Gerard de Lange nog moet zetten om zich nationaal arbiter te mogen noemen. Daarna lonkt een (inter)nationale carrière. Een nationaal arbiter kan achtereenvolgens Fide-arbiter en internationaal arbiter worden als je aan verschillende normen voldoet, bijvoorbeeld het leiden van toernooien met diverse titelhouders. Met zijn opleiding tot scheidsrechter C leidt Gerard al KNSB-wedstrijden uit de zaterdagcompetitie en natuurlijk de toernooien van de NSVG. Is een remiseclaim gerechtvaardigd? Houdt iedereen zich in tijdnood wel netjes aan de regels? Op dat soort vragen moet hij het antwoord vinden. Bij de NSVG-toernooien komt daar nog een extra dimensie bij. Visueel gehandicapte schakers spelen vaak op twee verschillende borden. Gerard loopt rond door de toernooizaal om in de gaten te houden dat de stelling op die twee borden ook inderdaad hetzelfde is en blijft. En er komen nog meer zaken bij kijken: wie laat je aan welke tafel spelen? “Want je moet ook voorkomen dat de geleidehonden elkaar in de haren vliegen.” Na vijf eerdere edities kent hij zijn pappenheimers bij de NSVG inmiddels wel en verlopen de toernooien vlekkeloos. “Het is belangrijk dat je als arbiter zo neutraal mogelijk blijft. Dat je de schijn vermijdt dat je partijdig bent. Daarom loop ik ook bewust veel rond en probeer ik niet bij één bord veel langer te staan dan bij anderen. Zelfs niet als mijn vrouw Marieke meespeelt.” Natuurlijk komt het soms, maar gelukkig niet vaak, voor dat mensen het niet met hem eens zijn, of zijn onpartijdigheid in twijfel trekken. “Maar als je zorgt dat je neutraal bent en dat ook uitstraalt, accepteren mensen je beslissing het snelst.” Naar eigen zeggen kent hij het Fide-reglement niet volledig uit zijn hoofd. “In grote lijnen weet ik natuurlijk wel wat er in staat. Maar tijdens een wedstrijd voel ik meestal wel aan of het volgens de regels gaat of niet.
Gelukkig heb ik zulke voelsprieten, dat je leert inzien wat wel of niet kan. Voor een deel is dat ook ervaring. Al zoek je voor de zekerheid natuurlijk wel de exacte formulering in de reglementen op en voor een evenement lees je het reglement nog een keer grondig door.” De charme van het ‘fluiten’, zoals Gerard het arbiterschap noemt, is voor hem dat je een uitgelezen kans krijgt om partijen op de voet te volgen. “Het is leuk om een stelling te taxeren, zelf je plan te trekken en te kijken of spelers dat volgen. En je vraagt je af: hoe komen ze bij zo’n zet? Dat kan ook erg leerzaam zijn voor jezelf.” Want schaken doet hij zelf nog regelmatig, bijvoorbeeld op weekendtoernooien door heel het land. Al hoopt hij later in zijn arbiterscarrière ook daar als scheidsrechter op te kunnen treden. “Vaak werken de grote toernooien elk jaar met dezelfde scheidsrechters, daar kom je niet zomaar tussen. Op den duur hoop ik dat ik ook voor zulke toernooien word gevraagd. Maar op de korte termijn is mijn ambitie om IBCA-arbiter te worden, inmiddels ben ik door de NSVG voorgedragen bij de IBCA.” Zo kan Gerard de Lange in de toekomst ook de internationale schaaktoernooien van visueel gehandicapten, onder de vlag van de IBCA, leiden. En natuurlijk nog vele jaren het ONK van de NSVG in Nunspeet. Waar hij als onpartijdige leidsman optreedt, zelfs tegenover zijn bloedeigen vrouw. “Het is nog nooit voorgekomen, maar als het zo uitvalt zal ik ook een besluit tegen Marieke nemen. Daar zal ze waarschijnlijk niet blij mee zijn, maar dat hoort er ook bij.”
terug naar begin van de pagina
Terug naar de nieuwspagina
Einde pagina
|
|