Home |Over ons |Agenda |Toernooien |Geschiedenis |Sponsor ons |Links |Contact |Archief |Help |


Info ONK2024 (Nederlands)
Info ONK2024 (English)
Deelnemers ONK2024
Nieuws van derden
Schaakproblemen
Fen-code omzetten
Toegankelijke schaakprogrammas
Inloggen
Onze webshop
Privacy reglement

20-01-2012 Richard Gooijers en Lucas de Jong spelen meest spectaculaire partij tijdens het ONK2011

In het afgelopen Open Kampioenschap van de NSVG speelden Richard Gooijers en Lucas de Jong de meest spectaculaire partij. Lucas diende namens beide spelers de notatie van hun onderlinge partij in voor de prijs van spectaculairste partij. Hoewel Richard de partij uiteindelijk won, verdient ook verliezer Lucas eer, want hij bracht zijn tegenstander in grote problemen en had maar een haartje gescheeld of Lucas was met de winst gaan strijken. Opvallend was dat beide spelers de openingstheorie zeer goed kenden. Tot aan de dertiende zet bewandelden ze de wilde theoretische paden van het Tweepaardenspel in de nahand, een variant van de Italiaanse Opening waarin zwart een pion offert voor actief stukkenspel. Toen week Richard af en kwam hij geleidelijk in de problemen, omdat hij zijn koningstelling te weinig in de gaten hield. Lucas kon enkele malen de winst binnenhalen, maar hij maakte op het eind een enorme fout, waardoor Richard mat in twee kon geven. Alles bij elkaar een heel spectaculair gebeuren.

In totaal werden 15 partijen ingestuurd, tien uit groep A en vijf uit groep B.
Enkele opmerkelijke inzendingen waren de volgende.
Jan Boer won een goed en doorwrocht gespeelde partij tegen Azerbeidzjaanse speler Gelman. Pieter Couwenberg zette in een mooi partijtje Ronnie Snoek mat na 20 zetten. En Tinus Spriensma stuurde een heel grappig becommentarieerde partij in die hij speelde tegen Thom van Empelen en waarbij hij met enig geluk Thom kon matzetten.

Richard Gooijers – Lucas de Jong
ONK februari 2011 ronde 5
Tweepaardenspel in de nahand
1. e4 e5
2. Pf3 Pc6
3. Lc4 Pf6
4. Pg5 d5
5. exd5 Pa5
6. Lb5+ c6
7. dxc6 bxc6
8. Le2 h6
9. Pf3 e4
10. Pe5 Ld6
11. d4
Goed mogelijk is ook 11. f4.
11...exd3 e.p.
12. Pxd3 Dc7!
Een uitstekende zet die uit de theorie bekend is. Wit kan nu niet zomaar rokeren want dan volgt 13...Lxh2+.
13. g3
De theorie gaat verder met onder andere 13. b3 of 13. Pd2, in beide gevallen met onduidelijke stelling. Wit kan ook 13. h3 spelen gevolgd door korte rokade. Het staat dan ongeveer gelijk. De zet die wit speelt, lijkt ook goed te zijn, hoewel de witte pionnenstructuur op de koningsvleugel wel wat wordt verzwakt.
13...Lf5
Zwart zou graag 13...Lh3 spelen, maar dan doet wit 14. Pf4 met moeilijk in te schatten kansen voor beide partijen.
14. O-O O-O
15. Lf3!
Goed gespeeld. De witte loper staat heel nuttig op de lange diagonaal en beschermt tevens de witte koningsstelling.
Stelling na zet 15 van wit

Stelling:
Wit: Kg1 Dd1 Ta1 Tf1 Lc1 Lf3 Pb1 Pd3 a2 b2 c2 f2 g3 h2
Zwart: Kg8 Dc7 Ta8 Tf8 Lf5 Ld6 Pa5 Pf6 a7 c6 f7 g7 h6


15...Tfe8
16. c3?
Een niet zo lekkere zet, want de stevige dekking van paard d3 wordt opgegeven. Beter 16. Le3 Pc4 17. Ld4 en wit staat goed.
16...Le4?
Zwart had veel beter eenvoudig 16...Tad8! kunnen spelen met een vervelende penning van het witte paard. Zwart dreigt al 17...Lxg3 gevolgd door Txd3.
17. Lxe4 Pxe4
18. b4?
Jaagt het zwarte paard naar betere velden.
18...Pc4
19. Dc2 Tad8
20. Pa3 Pe5?
Zwart had beter de paarden op a3 kunnen ruilen.
21. Pxe5 Lxe5
Een moeilijke keuze voor zwart. 21...Txe5 was weinig aantrekkelijk vanwege 22. Pc4 Te6 23. Pxd6 en wit staat bij lekkere stelling gewoon een pion voor. Maar de zet die zwart speelt ken ookt zijn bezwaren.
22. Lb2?
Wit maakt niet gebruik van de hem geboden kans. Goed is 22. Dxe4! en zwart kan niet goed gebruik maken van een aftrekaanval met zijn loper. Op 22...Lxc3 volgt 23. Db1! en op 22...Lxg3 volgt 23. Dg2. In beide gevallen krijgt wit bij redelijke stelling materieel voordeel. Na de door wit gespeelde partijzet staat hij slecht. Zowel zijn loper als paard staan volledig buitenspel waardoor de witte koningsstelling er onverdedigd bij ligt.
22...Pg5?
En nu had zwart de partij kunnen beslissen met een heel spectaculair offer: 22...Lxg3!! 23. fxg3 Td2! 24. Dc1 Db6+ 25. Kh1 Pf2+ 26. Kg2 Tde2! 27. Pc4 Pg4+! met winnende aanval.
23. f4! Ph3+!
Goed en min of meer gedwongen.
24. Kg2 Pxf4+!
Zwart kan ook met de loper offeren op f4 (23...Lxf4), maar dan speelt wit 24. Tad1! (niet 24. gxf4 Pxf4+ 25. Kh1 Te2!) en heeft de wat betere kansen.
25. gxf4 Lxf4
26. Df5?
Een slechte zet. Wit had beter zijn paard erbij kunnen halen met 26. Pc4! om het dreigende Td2 te voorkomen. Na 26...Lxh2 27. Kh1 staat het ongeveer gelijk.
26...Td2+!
Ook 26...Te2+ was heel, sterk geweest. Op 27. Tf2 was dan 27...Td5 28. Dh3 Txf2+ 29. Kxf2 Td2+ 30. Kf1 Txh2 gespeeld, gevolgd door Txb2 met winnende stelling voor zwart.
27. Tf2
Stelling na zet 27 van wit:

Stelling:
Wit: Kg2 Df5 Ta1 Tf2 Lb2 Pa3 a2 b4 c3 h2
Zwart: Kg8 Dc7 Td2 Te8 Lf4 a7 c6 f7 g7 h6


27...Lxh2?
Zwart laat de winst glippen. Na 27...Txf2+ 28. Kxf2 Db6+! 29. Kf1 (niet 29. Dc5 want dan 29...Le3+!) 29...De3 30. Dg4 Lxh2 31. Pc4 Dd3+ 32. Kf2 Te2+!! 33. Dxe2 Dg3+ 34. Kf1 Dg1 staat wit mat.
28. Txd2 Dg3+
29. Kh1 Te5??
Een vreselijke fout. Met 29...Te1+ had zwart remise kunnen houden: 30. Txe1 Dxe1+ 31. Kxh2 Dxd2+ 32. Kg1 Dxb2 en nu geeft 33. Pc4 Da1+ 34. Df1 Dxc3 35. a3 Dxd4
wit geen winstkansen; zwart houdt op zijn minst eeuwig schaak.
Lucas had verkeerd ingeschat dat dit soort stellingen met een stuk minder goed speelbaar zijn vanwege zijn actieve dame en de naakte witte koning. Daarom besloot hij tot 29...Te5.
30. Td8+! Te8
31. Txe8 mat

René Buisman


terug naar begin van de pagina
Terug naar de nieuwspagina

Einde pagina

     
 
   
 
 

Laat de tekst voorlezen met ReadSpeaker
 

Wijzig weergave van schaakstellingen
Toon als diagram
Toon in woorden
Toon in korte notatie