18-06-2012 Verslag van het Open Utrechts kampioenschap door 1 van onze leden

Mijn voorbereiding op de schaakolympiade voor visueel beperkten bestaat
onder meer uit mijn deelname aan het OKU 2012

Het OKU, open kampioenschap van Utrecht was vorige weekend (8 t/m 10 juni 2012). Dit is een 6 rondig Zwitsers toernooi met deelnemers verdeeld over 3 groepen.

Gerard de Lange speelde mee in de B groep, en Marieke de Lange in de C groep.

Ik zelf speelde in de A groep, waar ook 4 GM's aan meededen. Ik was 50e (van de 53) op de plaatsingslijst.

Dit was mijn laatste serieuze toernooi voor Chennai. Dus hier moest duidelijk worden waar ik nog aan moest werken en hoe mijn vorm was. Ik besloot voor het toernooi geen Blackmar-Diemar te spelen, maar iets meer degelijks aangezien mijn tegenstanders zich in Chennai waarschijnlijk voor bereiden op BDG, en dan is het toch wel erg lastig spelen.

Ronde 1:

Ik speelde een degelijke partij tegen Mees van Osch (2107) , een jonge speler met een hoge rating, dus ik zou het moeilijk krijgen. Ik had wit, en kreeg een pirc op het bord. Ergens ging iets mis, want ik reageerde verkeerd op de breekzet c5. Hij speelde hem vroeger dan ik verwacht had. Vervolgens offerde ik in een slechtere stelling een stuk, wat niet correct was. Zijn koning kon eenvoudig vanuit de rokade stelling richting het centrum lopen. Ik kwam in een eindspel van 4 pionnen tegen paard + loper en 1 pion terecht. Het was erg leerzaam om te zien hoe hij dit speelde. Hij sloot mijn koning af met 2 stukken zodat ik niet zijn pion kon ophalen en ging toen zelf mijn vrij pionnen ophalen. Overigens zei hij na de partij dat hij mat kon zetten met paard en loper. Als ik dat geweten had had ik hem al meteen opgegeven, want mijn hoop was zijn pion te veroveren met mijn koning en dat hij niet zou kunnen mat zetten met paard loper.

Leerpunten:
? pirc bestuderen met vroege c5-breek.
? Met offeren berekenen of de koning niet ineens weg kan lopen.

Ronde 2:

Ik speelde met zwart tegen Remco Gerlich (1970). Het werd een Wolga gambiet dat hij goed speelde. Helaas voor hem blunderde hij zijn h-pion weg. Toch was het niet eenvoudig te winnen. In deze stelling offerte hij een stuk met bxc5


Stelling:
Wit: Kg1, Dc2, Tb1, Te1, Le3, Le4, Pa4, a2, b4, d5, e2, f2, g3.
Zwart: Kg8, Dd7, Ta8, Tb8, Lg7, Lh3, Pe5, c5, d6, e7, f7, g6, h7


Waarschijnlijk is het offer van hem goed. Er volgt …. Txb1. Txb1 – Dxa4. Dxa4 – Txa4. Tb8+?
Uit analyse bleek dat eerst c6 een stuk beter is en ik verloren sta. Als ik toren a8 terugspeel wat ik bedacht had op c6 speelt hij eenvoudig c7 met dreiging Tb8. De andere reden van eerst c6 wordt later duidelijk. … Lf8. Lh6 – Pd7!. Het paard valt de toren op b8 aan en verdedigt de loper op f8. En nog belangrijker wit kan hem niet wegjagen met zijn wit-veldige loper. Hij had niet verwacht dat hij mijn paard niet van d7 weg kon jagen vertelde hij na de partij. Er volgt nog Te8 en dxc5. Er worden nog een paar zetten gedaan voordat hij opgeeft.

Leerpunten:
? Sommige varianten dieper doorrekenen in een tegenoffer.

Ronde 3:

Met wit speelde ik tegen Kounikov Dimitri (2029). Na wat verwisseling van zetten kwam er Frans op het bord. Die opening ligt mij niet zo en die variant die hij speelde lag mij al helemaal niet. Ik kwam nadat ik de g-lijn had open gebroken redelijk te staan dacht ik. Ik had aanval, maar hij verdedigde zich goed. Ik bied remise aan maar hij slaat dit af. Vervolgens kom ik slecht te staan maar win door een truc een pion. We komen in een dame eindspel terecht waarbij ik nog een pion win. Waarschijnlijk is het gewonnen voor mij, maar het is heel moeilijk, omdat ik geen goed plan had. Uiteindelijk berust ik in remise door eeuwig schaak van hem. Ik had nog uit het eeuwig schaak kunnen lopen, maar dan wint hij een pion terug met nog steeds de dreiging van eeuwig schaak, omdat mijn dame slecht staat. En dan zou ik misschien nog kunnen verliezen.

Leerpunten:
? Frans bestuderen, vooral waar ik mijn stukken het beste kan ontwikkelen.
? Dame eindspelen bestuderen.

Ronde 4:

Met zwart speel ik tegen Robby Kevslisvili (1954), wat ook een erg jonge speler is. Ik schat zo een jaar of 11, en dan al zo goed. Ik werd er kansloos afgemept in een Caro-kann. En dit is toch een opening die mij meestal goed ligt. Ik heb er 2.5 uit 3 op het EK op Rhodos mee gescoord en GM Daniel Stellwagen in een blind simultaan mee op remise gehouden. Mijn tegenstander kwam met een snelle aanval met g4, nadat ik besloot toch maar kort te rokeren, want ik kan mijn koning niet te lang op e8 laten, omdat er dan ineens offers mogelijk zijn als er zware stukken op de e lijn komen. Die zware stukken gingen daarna a tempo naar de g-lijn. Ik deed nog een wanhopig kwaliteitsoffer en vervolgens werd mijn koning naar het midden van het bord gejaagd. Toen dat nog een vol stuk koste gaf ik op.

Leerpunten:
? Caro Kann varianten met snel g4 bestuderen.

Ronde 5:

Met wit speel ik tegen Klaas van der Horst (1914). Hij speelt Grundfeld. Dit is een opening die ik afgelopen maand veel gezien heb tijdens de WK-match tussen Anand en Gelfand. Blijkbaar had ik niet goed naar die partijen gekeken, want ik haalde 2 varianten door elkaar.

Ik had Pc3 en f3 gespeeld. Eigenlijk is f3 alleen goed speelbaar als het paard niet op c3 staat zodat zwart na …. Pxd5. E4 niet kan slaan op c3, maar het paard naar b6 speelt.
Ik wikkelde af naar een eindspel waarvan ik dacht dat het iets beter was. Zoals wel vaker in een Grundfeld kreeg ik een vrije d-pion, maar mijn stukken waren niet ontwikkeld. Mijn pion op d5 zou ik gaan verdedigen met c4. Tenminste dat was het plan toen ik de variant uitrekende waarbij er wat stukken geruild werden. Ik had er echter niet aan gedacht dat zwarts toren op b8 kwam en de zet b5 mogelijk maakt wat de verdediging van mijn vrijpion wel erg makkelijk aantast. Wel een blunder dat ik dat niet gezien had. De d-pion ging er af, er kwam een toren op de 2e lijn binnen en hij veroverde nog een pionnetje. Ik probeerde nog te trucen maar te vergeefs en gaf toen maar op.

Leerpunten:
? Nog maar eens alle Grundfeld partijen van Anand Gelfand met commentaar terugkijken.
? Varianten 1 zet langer doorrekenen voorkomt een hoop ellende.

Ronde 6:

Voor deze ronde kreeg ik de schoonheidsprijs en zal daarom de partij helemaal laten zien. Ik was wel erg blij met de schoonheidsprijs, zeker in een groep met 4 GM's en nog wat mensen die allemaal een stuk beter en mooier kunnen schaken dan ik. Over het begin van de partij ben ik iets minder tevreden, wat de mensen die de partij zien zich ook wel kunnen voor stellen.

Chris Lutz (1951) – Sergio Harnandan:
1. e4 – c5
2. Pf3 – Pc6
3. d4 – cxd4.
4. Pxd4 – e5 een Sveznikov dacht ik. Een leuke opening waar ik op het WK in Belgrado ook goed gespeeld mee had. Ik was echter Pf6 – Pc3 vergeten, waardoor dit toch een iets andere opening was en het mij snel duidelijk werd wat er anders aan was.
5. Pb5 – d6.
6. c4 Hier werd mij duidelijk wat ik vergeten was, want in een Sveznikov is dit niet mogelijk.
6. ...a6.
7. P5c3 . Het maakt niet uit welk paard naar c3 gaat, de andere komt altijd op c2 terecht.
7... Pf6.
8. Pa3 – Le6.
9. Pc2 – Le7
10. Le2 – Dd7
11. f3 – 0-0.
12. Le3 – Ph5.
13. Dd2 – f5.
14. 0-0. Dit verbaaste mij, want mijn plan is simpel nu. Zware stukken op de g-lijn krijgen en aanvallen.
14. … f4.
15. Lf2 – Dd8? Hier heb ik een tijdje na gedacht waar de dame heen moet. Het idee hier is Lh4 om lopers te ruilen en meer ruimte te krijgen.
15 Tfd1!. Ik kan nu geen lopers meer ruilen want de d-pion valt dan. Erg slordig dat ik zo een simpele verdediging gemist had.
15 … De8
16. Tac1 – Tad8
17. b4 – Dg6
18. Lb6 – Td7.
19 a4. Ik word overlopen op de dame vleugel, mijn paard op c6 wordt terug gejaagd na b5. Mijn andere paard op h5 doet ook niet veel op dat veld.
19. …. Pg3 !? Hier begint mijn aanval. Als hij het offer niet aanneemt met bijvoorbeeld b5 sla ik eerst de loper op e2 met schaak en krijg dan druk op c4. GM Dimitri Rienderman suggereerd hier (op schaaksite.nl) Ld3 voor wit en dan staat mijn paard slecht op g3 en kan wit verder met aanvallen op de dame vleugel. Na Ld3 had ik echter niet gekeken toen ik Pg3 speelde.


Stelling:
Wit: Kg1, Dd2, Td1, Tc1, Le2, Lb6, Pc2, Pc3, a4,b4,c4,e4,f3, g2, h2.
Zwart: Kg8, Dg6, Td7, Tf8, Le7, Le6, Pc6, Pg3, a6, b7, d6, e5, f4, g7, h7



Wit speelt voor mij gelukkig
20. hxg3?! en wil het offer bewezen zien.
20 … fxg3
21. Pe3? Dit is zeker niet de beste zet, want het maakt mijn vervolg niet al te moeilijk. Le3 is ook lastig spelen voor wit wegens Dh5, en op de volgende zet van wit speelt zwart Lg5 met een kruispenning. Wit heeft zijn loper namelijk nodig om op g1 te kunnen blokkeren. Misschien is Ld3 wel speelbaar voor wit om F2 vrij te maken voor de koning.
De partij gaat verder met
22 …. Lg5.
23. De1 – Dh6. Als wit op g3 slaat krijg ik het stuk terug. Dit is waarschijnlijk wel beter dan wat er gespeeld werd:
24. Pf1. Wit geeft de toren op c1, maar heeft dan 2 stukken ervoor gekregen. Ik zie wat mooiers.
24... Pd4! Afsluiten van de loper op b6


Stelling:
Wit: Kg1, De1, Td1, Tc1, Le2, Lb6, Pc3, Pf1, a4, b4, c4, e4, f3, g2
Zwart: Kg8, Dh6, Td7, Tf8, Le6, Lg5, Pd4, a6, b7, d6, e5, g3, g7, h7


25 Lxd4 – exd4
26. Pd5 – Lxd5
27 cxd5 – Le3+!
28 Pxe3 – Dh2+
29 Kf1 – Dh1# 0-1
Sportief van mijn tegenstander dat ik hem mat mocht zetten.

Leerpunt: Als ik denk de opening te kennen die ik speel, toch even iedere zet checken of het wel klopt wat ik doe in plaats van 5 zetten a tempo op het bord spelen.

Voor mij was het een geslaagd toernooi met 2.5 uit 6 en een tpr van 1930. Gerard en Marieke behaalde beide 1.5 punt.

Ik speelde redelijk, maar heb nog een hoop voorbereiding te doen voordat ik met het team naar India ga. Gelukkig was de schoonheidsprijs een schaakboek, dus kan ik weer nieuwe inspiratie op doen.

Sergio Harnandan

terug naar begin van de pagina
Terug naar de nieuwspagina

Einde pagina