Louis van Duuren wint beker

De jaarlijkse "Schaap-wisselbeker" is dit jaar in handen gekomen van Louis van Duuren voor zijn partij tegen Frank van der Coterlet.
De "Schaap-wisselbeker" werd drie jaar geleden tijdens de viering van het vijfentwintig jubileum door de familie Schaap aan de NSVG beschikbaar gesteld voor de meest spectaculaire partij van de jaarlijkse competitie "Schaken achter het bord".
Met opzet is de beker bedoeld voor de meest spectaculaire partij en niet voor de kwalitatief beste partij. Zo maken ook spelers uit de lagere groepen kans op de beker. Dit jaar is de beker echter voor het eerst wel in handen gevallen van een hoofdklasser.
Even ter herinnering: het eerste jaar kwam de beker in handen van Sangster voor zijn winstpartij tegen Hitzerd. En afgelopen jaar werd de beker "gedeeld" door Breedijk en Koster, die tegen elkaar remise speelden.
Uit de tien ingezonden partijen (één meer dan vorig jaar) koos de coach voor de fraaie aanvalspartij van Louis. Als Louis op dreef is, speelt hij de sterren van de hemel. Zo ook op 28 november 1992 toen hij achter het bord plaatsnam tegenover Frank van der Coterlet, die toen nog niet wist wat hem zou overkomen.
Hieronder de bekroonde partij.

Frank van der Coterlet - Louis van Duuren
Boedapester Gambiet

1.d2-d4
Pg8-f6
2.c2-c4
e7-e5?!
Het beruchte Boedapester Gambiet. Onder opoffering van een pion neemt zwart het initiatief.
3.d4xe5
Pf6-g4
Dit is de meest gebruikelijke zet. Ook 3...Pe4 is echter goed speelbaar.
4.e2-e4
Frank probeert zijn tegenstander op onbekend terrein te lok¬ken. Onder opgave van de net gewonnen pion streeft wit naar een breed pionnencentrum. Gebruikelijker is 4. Lf4, waarmee wit probeert de gambietpion te behouden.
4. ....Pg4xe5
5.f2-f4
Het logische vervolg: het zwarte paard wordt direct wegge¬jaagd.
5.....Pe5-g6
Vaak wordt ook 5...Pec6 gespeeld.
6.Pg1-f3
Pb8-c6
Gebruikelijker is direct 6...Lb4+.
7.Pb1-c3
De theorie geeft 7. a3 of
7. Le3.
7.....Lf8-b4
Meer in aanmerking komt 7...Lc5, waarmee zwart met zijn loper vervelend de witte stelling in schijnt.
8.Dd1-c2d7-d6
9. Lf1-e2(?)
Uit het partijvervolg wordt duidelijk dat 9. Le3 een logischer zet is.
9.....Dd8-f6!
Een sterke en voor wit lastige zet.
10.g2-g3
Een zet die wit niet voor zijn plezier zal hebben uitgevoerd. Het veld h3 raakt namelijk nogal verzwakt. Als wit op de negende zet Le3 had gespeeld in plaats van Le2, had hij nu zijn loper van f1 naar g2 kunnen fianchetteren, waarmee de verzwakking van veld h3 was vermeden.
Een andere mogelijkheid is de dekking van pion f4 te laten voor wat hij is en 10. 0-0 te spelen. Niet goed is dan
10...P¬xf4
11. Lxf4 Dxf4
12. Pd5 waarmee veld c7 beslissend wordt bedreigd. Beter is daarom 10...Lxc3
11. Dxc3 Dxc3
12. bxc3 met ongeveer gelijke kansen.
10. ....Lb4xc3+
11.b2xc3
h7-h5
12.f4-f5
Pg6-e5
13.Pf3-g5!
Het begin van een omslachtige doch nuttige paardmanoeuvre. Wit wil gezien zijn ruimtevoordeel terecht de ruil van zijn paard ontlopen. Wit kon niet 13. Lg5 spelen met de dreiging van damewinst wegens 13...Pxf3+ en stukverlies.
13.....Lc8-d7
14.Pg5-h3
Nu dreigt wel 15. Lg5!
14.....Pe5-g4
Maakt een gaatje voor de zwarte dame.
15. Ph3-f4
De zet 15. Lg5 heeft nu geen zin omdat de zwarte dame alleen maar naar betere velden wordt verjaagd.
15.....0-0-0
Louis rokeert naar de lange kant met de duidelijke bedoeling een aanval tegen de witte koning in te zetten.
16.h2-h3
Pc6-b4?!
Zet het bord in vuur en vlam. Zwart heeft echter weinig keus, want normale zetten komen niet in aanmerking. Op 16...Pge5? volgt 17. Pd5 en de zwarte dame gaat verloren en ook 16...Ph6 17. Pd5 De5
18. Lf4 is niet echt aantrekkelijk voor zwart.
17.Dc2-b2(?)
Wit laat zich onnodig bangmaken. Wit had best 17. cxb4 kunnen spelen. Na 17...Dxa1
18. hxg4 hxg4
19. Txh8 Txh8
20. Db2 Th1
21. Lf1 heeft wit een goed speelbare stelling.
17.....Df6-e5!
Met deze sterke zet krijgt zwart een krachtige aanval in handen.
18.c3xb4
Wit had ook 18. hxg4 kunnen spelen. Na 18...Dxe4 ontstaan dan een heel moeilijk te peilen stand op het bord. Zwart dreigt zowel Dxh1 als Pc2+.
18.....De5xe4
19.0-0
Waarschijnlijk de beste zet. De penning van de witte loper op e2 wordt opgeheven.
19. ....Pg4-e5!
Houdt de aanval vast. Er dreigt nu 20...Lc6.
20.Pf4xh5?
Een grove fout: wit ziet de zwarte dreiging niet. Hij had veel beter 20. Pd5 kunnen spelen.
Op 20...Pxc4 volgt
21. Lf3! met een houdbare stelling.
20.....Ld7-c6!
Het bezit van de lange loperdiagonaal betekent wit's einde.
21.Ph5-f4
In arremoede gaat wit maar terug met zijn paard om het drei¬gende mat op g2 te dekken.
21.....Th8xh3!
Zwart zet de aanval met groot gemak door. Op 22. Pxh3 volgt 22...Dg2 mat.
22.Db2-c3
Td8-e8!
Een stille zet als tussendoortje. Er dreigt nu 23...Th1+
24. Kf2 Th2+
25. Ke1 Txe2+!
26. Pxe2 Pd3+ en zwart wint.
23.Pf4-d5
Voor deze zet is het nu te laat. Maar ook na het betere
23. De3 staat zwart gewonnen: 23...Dh1+
24.Kf2 Dh2+
25. Ke1 Txg3.
23. ....Th3-h1+
24.Kg1-f2Th1-h2+
Wit geeft op. Hij gaat op de volgende zet mat.

René Buisman

Onderwerpen in de rubriek: Spectaculairste partijen uit het NSVG kampioenschap

Rubrieken in de hoofdrubriek Niet ingedeelde rubrieken

Overzicht van hoofdrubrieken

terug naar begin van de pagina
Terug naar de nieuwspagina

Einde pagina