Nieuws van derden Schaakproblemen Fen-code omzetten Toegankelijke schaakprogrammas Inloggen Onze webshop Privacy reglement
|
-6- Eindspeltips: loper tegen pionnenAuteur: Herman Grooten -------------------------------------------------------------------------------- Krijgt u wel eens een eindspel op het bord in uw partijen? En was u tevreden over de afloop? Of knaagde er iets waarvan u later dacht: Dat had ik anders kunnen spelen? Schaaksite biedt een eindspelrubriek aan waarin u uw kennis kunt opfrissen of eventueel uitbreiden. De internationale meesters Twan Burg en Herman Grooten zullen op frequente basis u proberen bij te praten over diverse eindspelfinesses.
Speciaal voor de clubschaker is dit alweer de zesde aflevering van een serie die gaat over het eindspel. Omdat collega Twan Burg momenteel bezig is met de voorbereidingen op het Tata Steel toernooi, lukt het hem even niet om u te trakteren op een mooi eindspel. Vandaar dat ik het even van hem overneem.
In deze aflevering gaat aandacht voor de strijd van een loper tegen meerdere vijandelijke pionnen. De loper is een sterk stuk, maar kent een grote beperking: hij mag maar op een kleur velden komen. Bij het tegenhouden van een vijandelijke pion heeft hij meestal geen problemen omdat hij vanaf grote afstand controle kan uitoefenen.
Stelling: Wit: Kc8 b7 Zwart: Kd2 Le5 Wit aan zet
Zet maar eens een stelling op het bord met een witte koning op c8 en een pion op b7. De zwarte loper van h2 houdt de pion simpel tegen, want zodra wit promoveert tot dame met 1. b8D geeft zwart zijn loper.
Interessanter is de strijd van de loper tegen meerdere pionnen. Hij heeft dan de hulp van de eigen koning nodig om de vijandelijke vrijpionnen af te stoppen. Laten we het volgende diagram onder de loep nemen.
Stelling: Wit: Kc8 b7 h3 Zwart: Kd2 Le5 Zwart aan zet
In deze stelling houdt zwart met zijn loper de b-pion tegen, de koning moet de h-pion afstoppen. Zoals we bij pionneneindspelen hebben geleerd, dient de koning in het vierkant van de pion te komen om de pion tegen te kunnen houden. Het vierkant is hier gedefinieerd als het gebied dat wordt gemarkeerd door de velden h3-h8-c8-c3. Wit aan zet speelt 1. h4 En nu komt het erop aan dat de zwarte koning in het nieuwe vierkant (h4-h8-d8-d4) komt van de witte h-pion. Dat lukt met: 1. h4 Ke4 2. h5 Kf5 3. h6 Kg6 ½ - ½
Stelling: Wit: Kc8 b7 h4 Zwart: Kd4 Lh2 Wit aan zet
Een klein verschilletje kan het verschil uitmaken tussen remise en verlies. Verplaatsen we in de vorige diagramstelling de zwarte koning van d3 naar c3, dan verliest zwart. Na 1. h4 Kd4 2. h5 kan de zwarte koning niet via veld e5 het vierkant van de h-pion binnenstappen omdat hij dan de werking van zijn loper verstoort. De loperdiagonaal dient open te blijven omdat wit anders met 3. b8 een dame haalt. Dit motief wordt in de wereld van de studiecomposities een interferentie genoemd. 1-0
Hoe lastig dit soort stellingen uit elkaar te houden zijn, blijkt uit de volgende twee diagrammen, die zo weinig van elkaar verschillen dat er ogenschijnlijk niets aan de hand is. Toch blijkt de eerste stelling remise te zijn en de tweede gewonnen voor wit.
Stelling: Wit: Kc8 b7 h3 Zwart: Kd3 Lh2 Wit aan zet
1. h4 Ke4 2. h5 Kf5 3. h6 Kg6 1/2-1/2
Stelling: Wit: Kc8 b7 h3 Zwart: Kc3 Lh2 Wit aan zet
1. h4 Kd4 2. h5 en de koning kan niet via veld e5 het vierkant van de pion binnenstappen omdat hij dan de werking van zijn loper verstoort. 1-0
Dit verstoren van de werking van de loper door te zorgen dat de koning en de loper elkaar in de weg lopen is natuurlijk een dankbaar gegeven. In het volgende voorbeeld maakt wit gebruik van dit idee.
Stelling: Wit: Kd5 b6 g4 Zwart: Kf6 Lh6 Wit aan zet
Op het eerste gezicht lijkt wit niet tot winst te kunnen komen. Na 1. b7 houdt zwart de pion tegen met 1.
Lf4 en op 1. Ke4 om 1.
Lf4 te verhinderen, speelt zwart 1.
Lf8! Na 2. b7 kan hij dan met 2.
Ld6 alsnog op de belangrijke diagonaal komen. Wit heeft echter een aardige combinatie tot zijn beschikking. 1. g5+! Met dit pionoffer verstoort hij de samenwerking tussen koning en loper.
1. ... Lxg5 Op 1. ... Kxg5 volgt direct 2. b7 en de pion loopt door. 2. Ke4! En omdat de zwarte koning op f6 flink in de weg staat is de loper niet in staat om in twee zetten tijd de diagonaal b8-h2 te bereiken. 1-0
Nu gaan we eens kijken naar een wat gecompliceerder geval. Wit moet de strijd aangaan met twee gevaarlijke zwarte pionnen. De zwarte koning is een sta in de weg. Hij zorgt ervoor dat wit niet zomaar zijn koning kan gebruiken bij het tegenhouden van een van de pionnen. Het gaat erom dat wit bepaalt welke pion hij tegenhoudt met de loper en welke met de koning. We maken er uiteraard een opgave van.
OPGAVE
Eindspelstudie van Selesniev 1917. Stelling: Wit: Ke5 Le6 Zwart: Ke3 b4 h4 Wit aan zet
Hoe maakt wit remise? Klik hier voor de oplossing Alle partijen of fragmenten via de viewer:
Onderwerpen in de rubriek: Eindspelen
Klik op 1 van onderstaande onderwerpen
00 eindspeltips introductie 01 eindspeltips 1 dame tegen pion 02 eindspeltips de achtergebleven pion 03 eindspeltips toren tegen pion 04 eindspeltips de actieve toren 05 eindspeltips paard tegen pion 06 eindspeltips loper tegen pionnen 07 eindspeltips de strijd van stukken tegen elkaar I 08 eindspeltips spelen tegen een dubbelpion 09 eindspeltips de strijd van stukken tegen elkaar ii 10 eindspeltips de strijd van stukken tegen elkaar 3 11 eindspeltips - mat zetten met loper en paard 12 eindspeltips het loperpaar 20 eindspeltips loper en pion tegen loper eindspel quiz van chesscafe Rubrieken in de hoofdrubriek Schaaktheorie: openingen en eindspelenKlik op 1 van onderstaande rubrieken Eindspelen OpeningenOverzicht van hoofdrubriekenKlik op 1 van onderstaande hoofdrubrieken om de rubrieken in die hoofdrubriek te zien:
Open schaaktoernooien voor vips Niet ingedeelde rubrieken Geschikt/aangepast schaakmateriaal, software, boeken Niet open schaaktoernooien voor vips Schaaktheorie: openingen en eindspelen info over de NSVG Alle rubrieken
terug naar begin van de pagina
Terug naar de nieuwspagina
Einde pagina
|
|